Reserveteksten

Wat kan er door bezwaarmakers tegen windmolens in de RES Amersfoort nog meer gedaan worden, behalve het tekenen van een petitie ?

Toen ik enkele weken geleden vanuit Baarn naar de Welkoop aan de van Weedestraat in Soest fietste, viel het me op dat er een enorme hoeveelheid auto’s in beide richtingen stroomde. Ik moest deze weg oversteken, hetgeen uiteindelijk met veel moeite en met gevaar voor eigen leven lukte.
Er werd nog wel door een automobilist voor geclaxoneerd. Ik neem aan dat dit niet gebeurde om de waardering voor mijn waaghalzerij tot uitdrukking te brengen, maar eerder dat hij niet gehinderd wilde worden in zijn mobiliteit. Het was een doordeweekse dag ’s ochtends om een uur of 10. Deze situatie gaf me wel te denken, want het korte fietstochtje van 5 km van Baarn naar Soest was bijzonder rustig geweest. Er is de laatste tijd, met name in de RES Amersfoort veel te doen over de energietransitie in de nabije toekomst, dus ik vroeg me af hoeveel energie er verbruikt werd door het autoverkeer en hoe dit te vergelijken is met fietsverkeer.

Omdat in dezelfde periode de lokale bevolking gevraagd werd om een petitie te ondertekenen tegen de komst van windmolens en zonneparken, bedacht ik me dat het wel eens interessant zou kunnen zijn om de relatie tussen windmolens en automobiliteit te onderzoeken. Het zou immers wel eens kunnen zijn, dat de meeste mensen denken dat die relatie er niet is. Het kan echter niet anders zijn dan dat die relatie er wel degelijk is.
Immers windmolens gaan over het opwekken van energie en autoverkeer gaat over het verbruiken van energie. Natuurlijk wordt opgewekte energie voor een enorme verscheidenheid aan activiteiten gebruikt, maar voor de particulier zijn er twee vormen die er duidelijk uit springen nl. energie binnen het huishouden en energie voor mobiliteit. Het bekendste energieverbruik in huishoudens is het verbruik voor verwarmingsdoeleinden. Omdat dit procentueel (44 %) het grootste aandeel heeft in huishoudelijk energieverbruik is het begrijpelijk dat hier door de burger de meeste aandacht aan wordt besteed.
Op de tweede plaats (22 %) staat het energieverbruik t.g.v. mobiliteit. Dit is weliswaar kleiner dan het energieverbruik voor verwarmingsdoeleinden, maar groot genoeg om daar meer aandacht aan te besteden.
Mobiliteit kan op vele manieren plaats vinden zoals lopen, fietsen, auto, vliegtuig, trein, enz. Mobiliteit is een complex onderwerp omdat er zoveel verschillende vormen zijn. Denk maar aan vrachtvervoer versus personenvervoer en openbaar vervoer versus privévervoer. Ik zal me derhalve beperken tot één specifieke categorie nl. particulier personenvervoer per auto.
Energieopwekking kan eveneens op meerdere manieren plaatsvinden, maar in het kader van de energietransitie in Nederland gaat het voornamelijk over zonnepanelen en windmolens. Ik zal me hier beperken tot windmolens.

Dus:
Windmolens als energieleverancier
Auto’s als energieverbruiker

Gegeven deze beperkte combinatie van de leverancier/verbruiker valt al vrij snel op hoe eenvoudig e.e.a. te berekenen is.

De enige instrumenten die er nodig zijn is basisschool rekenkunde en wat gegevens van het CBS. De wetten van de natuurkunde liggen vast en die doen de rest.
Mijn bedoeling is om op een aansprekende en eenvoudige manier uit te rekenen hoe sterk mobiliteit verbonden is met het aantal windmolens dat er in de RES Amersfoort benodigd zou kunnen zijn. Omdat ik in geen geval politieke uitspraken wil doen, ga ik in het navolgende niet in op wat voor plannen dan ook. Dat is gelukkig ook niet nodig want de door mij gehanteerde gegevens spreken voor zich.

Een belangrijke opmerking wil ik nog maken, nl. dat in het onderhavige gebruik is gemaakt van een aantal aannames die niet overeenkomen met de werkelijkheid.
Beschouw ze als een zo goed mogelijke inschatting, waar enigszins afwijkende waarden voor in de plaats gebruikt kunnen worden. Afwijkingen van 5 á 10 procent zijn heel goed mogelijk, maar dat is niet zo interessant. Mijn doelstelling is om enkele eenvoudige en begrijpelijke relaties te leggen, zodat op inzichtelijke wijze over ordes van grootte gesproken kan worden.

De relatie tussen automobiliteit en windmolens in de RES Amersfoort

CBS: Er zijn 8,7 miljoen personenauto’s in Nederland, waarvan 7,6 in particulier bezit.

CBS:
Particuliere personenauto’s rijden gemiddeld 13.000 km per jaar.
Bedrijfspersonenauto’s rijden gemiddeld 26.000 km per jaar

De auto-dichtheid in de RES Amersfoort is vrij hoog t.o.v. het landelijk gemiddelde nl. 0,63 auto per inwoner.
Dat wil zeggen dat er in de RES Amersfoort 0,63 x 300.000 = 190.000 auto’s rondrijden.

Uitgangspunt:
Stel dat al deze auto’s minder gaan rijden, bijv. van 13.000 km naar 10.000 km per jaar.

Berekening: Dat levert een besparing op van 3.000 autokilometer per jaar per auto.
Gegeven: Voor vijf autokilometers moet 1 kWh elektrische energie geleverd worden

Dus 3.000 autokilometers is gelijk aan 3000/5= 600 kWh energie.

We vermenigvuldigen dit getal met het aantal auto’s in de RES Amersfoort (190.000).
Ofwel voor het hele wagenpark in de RES Amersfoort levert dit op:
Besparing: 190.000 x 600 kWh = 114.000.000 kWh per jaar.
(In GWh uitgedrukt is dit 114 GWh per jaar)

Ten slotte:
Een zeer grote windmolen levert 6 GWh per jaar.
Dus 114 GWh komt overeen met 19 zeer grote windmolens.

Conclusie:
In dit voorbeeld geeft een automobiliteitsreductie van 13.000 km naar 10.000 km per jaar (per auto) in de RES Amersfoort een besparing op van 19 windmolens.
Bovenstaande berekening levert een verrassend resultaat op:
Een verschil van 1.000 km automobiliteit per jaar geeft een verschil van 6 zeer grote windmolens.

Dus wil je 6 windmolens meer dan gepland in de RES Amersfoort, dan moet er 1.000 km per jaar per auto meer gereden worden.
Omgekeerd, als je bijv. 6 windmolens minder wilt, dan moet er 1.000 km per jaar minder auto gereden worden.

Leuk Ezelsbruggetje ook wel vuistregel genoemd:

1.000 autokilometers per jaar in de RES Amersfoort = 6 windmolens
(NB: zoals uitgelegd en wellicht wat verwarrend, geldt dit alleen als alle 150.000 auto’s meedoen !!)

Hiermee ben ik aan het einde gekomen van mijn bijdrage aan de discussie over meer of minder windmolens in de RES Amersfoort. Het is nu in ieder geval duidelijk wat de invloed is van mobiliteit op het aantal windmolens.
Ik zou zeggen: doe er uw voordeel mee.

Scroll naar boven