Fietsvakanties : Het begin
In het begin van de jaren 70 ging ik vaak met rugzak op, liftend op vakantie. In 1971 was dat voor het eerst naar Spanje. Ik stond op maandag 28 juni om 9.15 uur aan de autoweg A4 bij Delft te liften.
Via Lille, Parijs, Poitiers, St. Sebastian en Burgos bereikte ik Madrid op de volgende zaterdag, midden in de nacht. In totaal had ik in 22 verschillende auto’s gezeten. Ik hoefde in Madrid niet in een park te slapen, want kennelijk slaagde ik er op dat tijdstip toch nog in om ondergebracht te worden op een studentenkamer ergens in Madrid. Dat was in de Calle de Cea Bermudez nr. 17.
De straat van het appartement werd bewaakt door een man met een grote sleutelbos, die een poort voor me opende van het complex waar ik moest zijn. Ik opende de deur van het appartement waar ik moest zijn. Het bleek een kleine kamer te zijn met twee bedden. In een van de bedden was een jongeman in diepe slaap verzonken. Na een korte groet begaf ik me ook ter ruste, voldaan dat ik het er toch maar goed van afgebracht had om in 5 dagen naar Madrid te liften en nu zelfs in een bed kon slapen. Het had immers niet veel gescheeld of ik had ergens ten zuiden van Burgos langs de weg moeten slapen. Maar een zeer hard rijdende Spanjaard pikte me op en dumpte me 2 uur later in het centrum van Madrid. De volgende dagen heb ik nog wat door Madrid rondgelopen, soms met mijn nieuwe kamergenoot. Deze kamergenoot was een Amerikaan, die in de VS een studie Spaans volgde en voor zijn praktijk enkele maanden in Madrid vertoefde. Ik weet nog zijn naam: Antonio Barbaghello en onze ontmoeting is nu op het moment van schrijven precies 50 jaar geleden.
Jan in Madrid op Plaza Espagna (foto door Antonio Barbaghello) (1971)
Een probleem is er toen nog geweest bij een bank in Madrid. Ik had geld opgehaald met behulp van girobetaalkaarten, hetgeen op zich goed verliep, maar toen ik terug kwam op mijn kamer ontdekte ik dat ik mijn paspoort kwijt was. Een bezoek aan hetzelfde bankkantoor leverde niets op, dus ik zat nu zonder paspoort in Madrid. Een bezoek aan de Nederlandse ambassade leverde me een z.g. “laissez-passer” op, die me de mogelijkheid bood om via de kortste weg terug naar Nederland te gaan. Ik slaagde er nog wel in om toestemming te krijgen voor Italië, dus een bezoek aan Venetië behoorde nog wel tot de mogelijkheden.
Vlak bij Monaco was een “Relais International de la Jeunesse”. Dat was paradijselijk gelegen in het dorpje Cap d’Ail, pal aan het azuurblauwe water van de Middellandse Zee. Ik kende het al van een vakantie uit 1970 en ben er meerdere keren geweest. Dus nu weer naar Cap d’Ail en vervolgens door naar Venetië. Enkele van mijn mooiste vakantieherinneringen liggen nog steeds daar. Ik kon er mijn Franse taal goed oefenen en het was verder zorgeloos met zon, stranden en eenvoudig maar gezellig eten en drinken.
Zon, zee en jeugd met Maria Cosentino in Cap d’Ail (Middellandse Zee, 1971)
Als mensen zeggen dat ik het niet ben, op die linkerfoto, dan kan ik dat goed begrijpen. Ik zie er meer uit als de stand-in van Jean Paul Belmondo in een Franse detectivefilm, dan als Jan Herling uit Delft. En met de huidige 70-jarige figuur die ik nu ben, heb ik helemaal geen fysieke overeenkomst meer.
Na een mooie week in Cap d’Ail moest ik maar weer eens verder richting Venetië. Ik ging met de trein naar de grens met Italië, Ventigmillia. Daar heb ik uren in de brandende zon staan liften, totdat er een snelle auto stopte. In deze auto zaten al twee lifters en ik mocht ook nog mee tegen betaling van een deel van de reiskosten. Geen probleem natuurlijk, want het werd tijd om eens wat anders te ervaren dan een vieze, drukke, lawaaierige kustweg in een verzengende hitte. Het werd een snelle dodemansrit-achtige tocht, maar ik kwam toch zonder kleerscheuren in Venetië aan. Veel meer kan ik me niet herinneren uit die periode. Ik overnachtte en at in de jeugdherberg op een eilandje en bezocht natuurlijk het Piazza San Marco. Op de terugweg naar Nederland wilde ik weer via het paradijselijke Cap d’Ail. In de jeugdherberg van Venetië ontmoette ik een Amerikaanse vrouw met kind die reisde met een gehuurde Renault 4. We spraken af om gezamenlijk terug te reizen richting Frankrijk. Helaas wilde het Relais International ons niet opnemen omdat men bang was voor een besmettelijke ziekte die in Spanje had geheerst. Nou ja, voor mij natuurlijk geen probleem want ik wist een mooi strand waar je ook prima buiten kon slapen. De vrouw met kind had er ook geen probleem mee, dus gingen wij met zijn drie-en naar dat strandje. De volgende ochtend bleek echter dat de vrouw beroofd was van haar tas met geld, rijbewijs, autosleutels, enz. Het was voor mij ook een vreselijke ervaring om mee te moeten maken hoe iemand er totaal gedesillusioneerd er aan toe kan zijn. Natuurlijk huilde ze vreselijk, maar ik kon verder ook niet veel doen. Vermoedelijk voelde ik me wel deels verantwoordelijk, omdat het mijn idee was om op dat strandje te gaan slapen. Ik kan me alleen nog herinneren dat ik een eindje verderop haar tas langs een pad heb gevonden, met waarschijnlijk weinig waardevols.
Een belangrijke levensles heb ik hiermee echter wel geleerd. Zoals reeds eerder genoemd was ik in 1970 met een vriend Hans voor het eerst in het Relais geweest. In dat jaar raakte ik ook in gesprek met een aardige man uit Egypte, die een prachtige foto-uitrusting had, die hij me trots liet zien. Enkele dagen later kwam hij me bedroefd vertellen dat zijn spullen waren gestolen. En dat in zo’n prachtige omgeving met jeugd, zon, water en gezondheid. Helaas ligt er dus onder al dat moois een dun laagje, waaronder de criminaliteit zich schuil houdt.
Na deze ervaring van de beroving van de Amerikaanse vrouw ben ik verder huiswaarts vertrokken. Ik weet me alleen nog te herinneren dat ik van een Frans politie-agent een bekeuring heb gekregen vanwege het lopen langs een autoweg. Ook ben ik ontvoerd door een automobilist, die niet alleen de bedoeling had om mij een stuk mee te nemen in de door mij gewenste richting, maar die me tegen mijn zin meenam naar zijn woning. Nadat hij mij deelgenoot liet zijn van zijn verzameling tijdschriften op het gebied van homo-erotische relaties, wist ik hem er gelukkig toch van te overtuigen dat mijn belangstelling op een ander terrein lag. Hij heeft me vervolgens weer ergens langs de weg afgezet. Een andere leuke ervaring was mijn aankomst in de jeugdherberg in Lyon-Venissieux. Het was een hele warme dag geweest, ik raakte in gesprek met een leuke, speelse, Amerikaanse reisboekenschrijfster en we zaten buiten de jeugdherberg op een laag muurtje. Om de een of andere reden vonden we elkaar zo leuk, dat toen het begon te regenen, we zijn blijven zitten en ons doorweekt hebben laten worden door de regen. De volgende ochtend konden we allebei meerijden in een Nederlandse Deux Cheveaux richting Nederland. Zij stapte onderweg uit en ik kon meerijden tot Limburg. De chronologie van mijn verhaal hoeft niet helemaal te kloppen want ik ging ook in 1972 en 1973 op dezelfde wijze op vakantie, maar dat is voor mijn herinneringen niet zo relevant. Enkele markante herinneringen bestaan uit het afscheren van mijn baard bij een kapper in Bergen-op-Zoom (of Roosendaal) omdat ik er niet in slaagde om een lift naar het zuiden te krijgen. Voorts een lift door een student aan de universiteit van Poitiers. Ook deze jongeman vond mij een aantrekkelijk subject voor een homo-erotische ervaring op zijn studentenkamer. Dit liep echter toch weer goed af. Ja, het lijkt er wel op dat ik succesvoller zou kunnen zijn bij mannen dan bij vrouwen.
Vele jaren waren mijn vakanties dus lopend en liftend. Soms ontmoette ik onderweg mensen die op de fiets op vakantie gingen. In Denemarken had ik zelfs al in 1970 een Nederlandse student op de fiets ontmoet in de jeugdherberg op het eiland Mon. Ook woonde op de studentenflat in Delft een zekere Wout Bosman, die af en toe op de fiets naar de alternatieve leefgemeenschap Christiania in Kopenhagen ging.
In 1974, het jaar van mijn stage omroeptechniek bij de Oostenrijkse Omroep (ORF) in Wenen, ging ik met vriend Hans met de stoomtrein naar Istanbul om daarna liftend naar Nederland te gaan. In mijn herinnering verliep dat ook vrij slecht, zodat we in Belgrado maar kaartjes kochten voor de trein naar huis.
Daarna kreeg ik het idee om ook maar eens per fiets op vakantie te gaan. Ik kreeg een relatie met Hanneke Rutgers en samen besloten we om naar een z.g. internationaal werkkamp in Wales te gaan. Dit werd ge-organiseerd door de Stichting Internationale Werkkampen in Utrecht. Deze fietstocht vond plaats in 1975, waarbij we van de veerdienst Olau lijn tussen Vlissingen en Sheerness gebruik maakten.
Studentenkamer Hanneke, bagage op fiets laden (1975)
Van Sheerness ging het naar het dorpje Rhandirmwyn in Wales om daar 3 weken vrijwilligerswerk te doen. We hadden twee weken de tijd om bij het werkkamp aan te komen, dus konden we eerst nog wat door Wales rond fietsen alvorens bij Colleg Elydir, een antroposofische gemeenschap voor de opvang van geestelijk gehandicapte jongeren, te arriveren. Met een stuk of 10 vrijwilligers uit Engeland, Tsjechië, Denemarken en Nederland hebben we daar 3 weken in de regen gewerkt aan het opbouwen van een schapenstal. Ach, je bent jong en weet niet waar je aan begint.
Ik kan me nog herinneren dat er zoveel mogelijk gegeten werd van producten van het eigen land. Dat betekende heel veel zuivelprodukten als voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht. Dus producten als gort, yoghurt, kaas, boter en granen. Hoewel ik wel gewend was aan zuivel, kon ik deze hoeveelheid in combinatie met weinig vlees en groente niet goed aan en werd ik lichtelijk ziek. Na een wat tegenstribbelende spijsvertering heb ik ergens wat sinaasappels kunnen kopen en ging het weer wat beter met me.
Om een lang verhaal kort te maken: Na 6 weken waren we weer uit en thuis, een eerste fietsvakantie rijker. In de jaren daarna hebben we nog vele fietsvakanties ondernomen naar o.a. Denemarken, Italië, Duitsland en Frankrijk.
En zo is het gekomen, zullen we maar zeggen…
Mijn eerste verslagen op het internet dateren van eind 90-er jaren van de vorige eeuw. Ik maakte toen gebruik van de homepages van de HCC en KPN Planet. Hier kon ik statische webpresentaties op plaatsen d.m.v. HTML codering. Hoewel ik er al 20 jaar niet meer naar omgekeken heb, bestaat mijn homepage bij de HCC nog steeds. Er staan vakantiefoto’s en beschrijvingen op van de volgende fietsvakanties:
- Florence 1998 (Reitsmaroute)
- Middellandse Zee 2000 (Groene Weg)
- Duitsland 2001
- Zuiderzeeroute 2001
De website is nog steeds bereikbaar via home.hccnet.nl/j.herling